Amersfoorts forum voor architectuur, stedenbouw en landschap

FacebookVimeopodcastInstagramLinkedinNewsletterEnglish

 

''Ze zijn allemaal jaloers'' - Otto Fauth

Interview door Erik van Marissing, foto door Rufus de Vries

“Gezegend!” Zo voelt Otto Fauth (87) zich met zijn appartement in Puntenburg dat uitkijkt over de bekende vijver op de kop van het Soesterkwartier. Het woonzorgcomplex dankt zijn naam aan de gelijknamige Villa Puntenburg, die ooit de entree van de stad Amersfoort markeerde voor reizigers vanuit Soest. De ‘Wandelgids Amersfoort en Omstreken uit 1899’ ¹ beschrijft het gebied tussen de Villa en het gebied dat we nu kennen als De Nieuwe Stad als ‘Vredig Puntenburg’ en eigenlijk is er in al die jaren niet heel veel veranderd. Het kabbelende water van de fontein fungeert als rustgevend anker in het rijk geïllustreerde levensverhaal van wereldburger Otto, dat leest als een geschiedenisboek.

Lange tijd woonde Otto in Spanje. Eerst in een huis aan zee en later in het binnenland. “Maar”, zo voegt hij er lachend aan toe “wel met een zwembad”. Daar maakte hij ook het schilderij van een berglandschap met een helderblauw meer dat zijn balkon siert. Schilderen doet hij nu niet meer, want “de drive is weg”, maar hij weet zeker dat de vijver een geweldige inspiratiebron geweest zou zijn. Herinneringen ophalend aan de tijd dat hij met zijn gezin in Tasmanië woonde en zo vanaf hun huis op de heuvel naar het strand liep, stelt Otto vast dat hij “veel met water heeft”. In zijn Nederlandse jaren woonde hij onder meer in het voormalige vissersdorp Huizen, vanwaar hij 20 jaar lang met de auto naar zijn werk in Amsterdam reed. Daar zette hij geregeld in alle vroegte de auto aan de kant om gewoon te kijken naar de stad en alles in zich op te nemen.

Nu, vele jaren later, doet hij eigenlijk nog steeds hetzelfde, maar dan vanuit huis. “Dan pak ik mijn scootmobiel en sjees met fullspeed naar de Koppelpoort. Daar gaat het gas eraf en laat ik het gewoon binnenkomen. Heerlijk.” Hij beschrijft de stad als “volmaakt” en heeft -wijzend op een stapel historische boeken- “bewondering voor de mensen die dat allemaal gemaakt hebben”. De verbondenheid van de stad met het open water ervaart hij nog geregeld tijdens zijn geliefde tripjes met de fietsboot naar Spakenburg. Het is de moderne variant op het jaagpad waarover de wandelgids in 1899 al repte en waarlangs ‘men tot aan zee [het huidige Eemmeer] kan wandelen’.

Thuis in Puntenburg komt hij tot rust. “Ik heb een balkonnetje en als het een beetje mooi weer is ga ik zitten, neem ik een pilsje en dan geniet ik.” Mensen die op bezoek komen “zijn allemaal jaloers”. Hij doelt daarbij op het schouwspel van vissende mannen aan de overkant. De fontein is niet alleen leuk om naar te kijken, maar zorgt ook voor stromend water. En mede daardoor zitten er zoveel vissen in, al kun je ze hier niet zien, zoals in het zachtblauwe water van de Middellandse zee. Toen het water nog een stuk lager stond, namen de vissers ook vaak hun vrouwen mee, die dan op een klapstoeltje aan de waterkant gingen zitten. Door de hevige regenval van de laatste tijd staat het water echter 40cm hoger, weet Otto te vertellen. “Aan het verbinden van de vijver met ander water in de buurt dacht men vroeger nog niet”, zo vermoedt hij hardop, “of misschien was daar toen geen geld voor”. Hoewel het stijgende water zich dus letterlijk onder zijn balkon bevindt en hij nota bene weet te vertellen dat de beschoeiing van de vijver onlangs helemaal is gerenoveerd vanwege afkalvende oevers, blijft Otto daar rustig onder. “Nee, al overspoelt heel Nederland, dan maak ik me nog geen zorgen, ik heb vertrouwen in de toekomst.”

¹ Zie https://www.hvsoest.nl/verhaal/1056/uit-wandelgids-amersfoort-en-omgeving.

Zin in een nieuwsbrief vol architectuur, stedenbouw en landschap?   Meld je aan

FASadE agendeert / Lees meer

Agenda